König Mohammed VI. Befiehlt Untersuchung zu Sanktionen gegen Kohlenwasserstoffunternehmen

Hier volgt een verklaring van het Royal Office:

„HM de Koning ontving op donderdag 23 juli 2020 een nota van de voorzitter van de Raad voor de Mededinging met betrekking tot het besluit van de Raad over mogelijke overeenkomsten tussen de oliemaatschappijen en de Petroleum Grouping of Morocco. In deze nota brengt de president de zeer hoge Ter attentie van HM de Koning, de inhoud van het besluit dat op woensdag 22 juli door de plenaire vergadering is aangenomen met 12 stemmen voor en 1 stem tegen om een ​​financiële sanctie op te leggen ter hoogte van 9% van de in Marokko behaalde jaaromzet voor de 3 belangrijkste distributeurs en een lager bedrag voor andere bedrijven.

HM de Koning ontving op dinsdag 28 juli 2020 een tweede nota van dezelfde voorzitter van de Raad voor de Mededinging over hetzelfde onderwerp en waarin de betrokkene HM de Koning op de hoogte bracht van het bedrag van de sancties die aan de distributeurs werden opgelegd, tijdens de plenaire vergadering op 27 juli. Dit keer wordt het bedrag vastgesteld op 8% van de jaaromzet zonder onderscheid tussen bedrijven en zonder enige indicatie van de stemverdeling.

Bovendien ontving de Soeverein op 28 juli 2020 ook een nota van verschillende leden van de Raad waarin zij zeiden dat „het beheer van deze kwestie werd gekenmerkt door procedurele inbreuken van de kant van de president die de kwaliteit en onpartijdigheid van het besluit van de Raad In dit verband roepen de ondertekenaars de volgende klachten in:

– Mededeling schadelijk voor het onderzoek van de zaak en voor de geloofwaardigheid van de Raad;

– Gedwongen doorgang bij de stemming voordat het debat wordt gesloten;

– Verkorte interpretatie en schending van artikel 39 van de wet inzake prijsvrijheid en concurrentie;

– ondoorzichtigheid van de onderzoeksprocedure, gekenmerkt door een selectieve uitwisseling van documenten;

– niet voldoen aan de verzoeken van leden om een ​​evenwichtige beoordeling van de argumenten van de bedrijven;

– Gedrag van de president, wat suggereert dat hij handelt volgens instructies of volgens een persoonlijke agenda.

Gelet op het voorgaande en gezien de verwarring rond deze kwestie en de tegenstrijdige versies die zijn gepresenteerd, heeft HM de koning, sterk gehecht aan de onafhankelijkheid en geloofwaardigheid van de instellingen en borg voor hun goede werking, besloten een ad-hoccommissie op te richten van het uitvoeren van de nodige onderzoeken om de situatie te verduidelijken en om zo spoedig mogelijk een uitvoerig verslag over dit onderwerp aan Zijn Hoge Aandacht voor te leggen.

De Soeverein heeft als leden van de genoemde commissie de volgende hoge ambtenaren benoemd:

– De 2 sprekers van de huizen van het Parlement;

– de president van het Grondwettelijk Hof;

– de president van de Rekenkamer;

– de gouverneur van Bank Al Maghrib;

– De voorzitter van de Autoriteit voor eerlijkheid, preventie en corruptiebestrijding.

De coördinatiemissie wordt uitgevoerd door de secretaris-generaal van de regering „….

Schreibe einen Kommentar

*