Barack Obama is behoorlijk tevreden over zijn presidentschap. Op één ding na: de politieke partijen staan nog onverzoenlijker en wantrouwender tegenover elkaar dan toen hij begin 2009 aantrad.
In zijn laatste State of the Union, de jaarlijkse toespraak tot beide huizen van het Congres, zag Obama af van de gebruikelijke waslijst aan voorstellen en aankondigingen op allerlei terreinen, maar koos hij voor de grote lijn. Aan de hand van de thema’s economie, klimaatverandering en de gewapende conflicten waar de VS bij betrokken zijn ging hij na wat er moet gebeuren om het de VS goed te laten gaan onder zijn opvolger, en onder latere presidenten.
Tegelijkertijd gaven die thema’s hem ook kans om te reageren op het actuele politieke debat, dat de afgelopen maanden meer en meer plaats is gaan vinden tussen de presidentskandidaten van beide partijen. En de politicus Barack Obama kon het daarbij natuurlijk niet laten de oppositiepartij die het hem de afgelopen jaren zo moeilijk heeft gemaakt de nodige steken onder water te geven.
Kankeronderzoek
„Wie zegt dat Amerika in een economische neergang verkeert, verkoopt sprookjes“, zei hij bijvoorbeeld. Om daar meteen aan toe te voegen dat die economie wel sterk aan het veranderen is: „Vandaag de dag vervangt technologie niet alleen lopende bandwerk, maar elke baan waar werk geautomatiseerd kan worden. Bedrijven kunnen zich in een wereldwijde economie overal vestigen, en hebben te maken met scherpere concurrentie. Daardoor kunnen werknemers minder makkelijk loonsverhoging vragen. Bedrijven zijn minder loyaal aan hun plaatselijke gemeenschap. En meer en meer rijkdom en inkomen is geconcentreerd aan de top.“ Die woorden zullen senator Bernie Sanders, de grote concurrent van Hillary Clinton voor de Democratische nominatie, als muziek in de oren hebben geklonken.
Volgens Obama kan de economie alleen floreren als de VS technisch voorop blijven lopen, en dus als het onderwijs goed genoeg is. De president kondigde een speciale inspanning aan in het kankeronderzoek, en gaf veelbetekenend aan vice-president Joe Biden, die vorig jaar zijn zoon aan kanker verloor, de leiding ervan. Het was een van de zeldzame momenten dat zowel Democraten als Republikeinen opstonden om te applaudisseren.
Klimaat
Over het klimaat was Obama vervolgens al even snijdend: „Als iemand nog de wetenschap op dat terrein wil aanvechten, ga je gang. Maar je zult tamelijk alleen staan, met tegenover je de militaire top, de meeste leiders in het bedrijfsleven, de meerderheid van de Amerikanen, bijna alle wetenschappers en tweehonderd landen overal in de wereld die het allemaal een probleem vinden.“
En zelfs als je niet in klimaatverandering gelooft, ben je nog niet wijs als je niet in de strijd ertegen meegaat, aldus Obama: „Waarom zouden we de kans laten lopen voor Amerikaanse bedrijven om de energie van de toekomst op te wekken en te verkopen? Zeven jaren geleden deden we de grootste investering in schone energie in onze geschiedenis. En de resultaten zijn binnen: in velden van Iowa tot Texas is windenergie nu goedkoper dan de meer vervuilende conventionele stroom. Op daken van Arizona tot New York besparen zonnepanelen Amerikanen miljoenen dollars op hun energierekening, en ze verschaffen meer Amerikanen werk dan kolen, met banen die ook nog eens beter betalen.“
Islamitische Staat
Over het buitenland, hetzelfde refrein: „Net zoals gepraat over onze economische neergang nergens op slaat, geldt dat ook voor wat je hoort over onze sterker wordende vijanden en het zwakker wordende Amerika. De VS zijn het machtigste land ter wereld. Punt uit. Het is onvergelijkbaar. […] Geen land durft ons of onze bondgenoten aan te vallen, omdat ze weten dat het de weg is die tot vernietiging leidt. In peilingen is ons aanzien hoger dan toen ik werd verkozen, en welk belangrijk internationaal vraagstuk je maar neemt, de mensen in de wereld kijken niet naar Beijing of Moskou voor leiding, ze bellen ons.“
Natuurlijk kampen de VS internationaal met heikele problemen, zei Obama, maar de oplossingen die hij tijdens de verkiezingscampagne van de Republikeinen te horen krijgt, neemt hij niet serieus: „Terwijl we ons richten op het vernietigen van IS, spelen overdreven claims dat we hier met de derde wereldoorlog te maken hebben, hen juist in de kaart. Drommen strijders achterin een pickup truck en verknipte zielen die aanslagen voorbereiden in appartementen of garages zijn een enorm gevaar voor burgers en moeten worden gestopt. Maar ze zijn geen existentiële bedreiging voor ons land. Dat is het verhaal dat IS wil vertellen, dat is het soort propaganda waarmee ze rekruten werven.“
En als de Republikeinen werkelijk zo graag willen dat hij met meer middelen tegen IS ten strijde trekt, suggereerde de president, dan moeten het door hen gedomineerde Congres maar eens de gevraagde formele toestemming geven om militaire middelen tegen IS te gebruiken. Tot nu toe doet Obama het op een juridisch minder stevige basis, een resolutie van het Congres na de aanslagen van 11 september 2001.
En wat zeker niet helpt, zei hij, is het over één kam scheren van moslims en terroristen: „Als politici moslims beledigen, als een moskee wordt gevandaliseerd, of een kind gepest, dan maakt ons dat niet veiliger. Dat is niet ‚het zeggen zoals het is‘. Het is gewoon verkeerd. En het vermindert onze statuur in de rest van de wereld .“
Wantrouwen
Dat hij het als Democraat in zoveel opzichten met de Republikeinen oneens is, is normaal, vindt Obama, maar niet dat er tussen de twee partijen echt wantrouwen heerst. „Dit is een groot land, met verschillende regio’s en opvattingen en belangen. Dat is ook een van onze sterke punten. Onze stichters verdeelden de macht tussen staten en de verschillende machten binnen de overheid en verwachtten niet anders dan dat we ruzie zouden maken, net als zijzelf, over de omvang en vorm van de overheid, over handel en en buitenlandse betrekkingen, over de betekenis van vrijheid en de vereisten voor veiligheid. Maar democratie vereist ook fundamentele banden van vertrouwen tussen de burgers.“
En daar schort het aan in het Amerika van vandaag, vindt Obama, en dat terwijl hij juist met zijn belofte om bruggen te bouwen, de VS echt ‚verenigd‘ te maken, in 2008 zoveel kiezers verleidde. „Het is een van de weinige dingen die ik in mijn presidentschap echt betreur – dat de rancune en het wantrouwen tussen de partijen erger is geworden in plaats van beter.“
Maar dat wil niet zeggen dat het ook aan Obama gelegen heeft, vindt hij. „Dit kan niet alleen mijn taak zijn, of van welke president ook. Er zijn een hoop mensen in deze zaal die graag meer samenwerking zouden willen, een meer hoogstaand debat in Washington, maar die zich gevangen voelen door wat je moet doen voor je herverkiezing.“ Wil dat nog een keer beter worden, dan moet volgens Obama het hele politieke systeem gereviseerd worden: „We moeten af van het trekken van de grenzen van de districten zodat politici hun kiezers uitzoeken in plaats van andersom. We moeten de invloed van geld in onze politiek verminderen, zodat een handvol families en verborgen belangengroepen niet meer onze verkiezingen kan kopen […] We moeten stemmen gemakkelijker maken, niet moeilijker, en moderniseren. En in de loop van dit jaar ben ik van plan door het land te reizen om te pleiten voor hervormingen die daar voor zorgen.“
En daarmee legt de president die werd verkozen onder het motto ‚Change‘, zijn laatste kaarten op tafel: verandering blijft het parool, maar van het Congres zal die niet komen en op zijn eentje kan Obama het niet. Over het hoofd van de senatoren en afgevaardigden deed hij een beroep op zijn laatste hoop, de kiezers zelf: „Ik kan dit niet alleen. Veranderingen in ons politieke proces – niet alleen wie wordt verkozen, maar ook hoe ze worden verkozen – gebeuren alleen als het Amerikaanse volk het eist. Het hangt van jullie af.“
trouw.nl